vrijdag 5 juni 2009

Alleingang

Als niemand ons een complimentje geeft, dan doen we het zelf maar. Dat moeten de eurocommissarissen gedacht hebben toen ze vorige week een zeventien pagina’s tellende opsomming van de eigen briljante prestaties presenteerden.

Om in de gunst te komen van de eurosceptische kiezer zijn de europarlementariërs deze maand enthousiaste Brussel-bashers geworden. De burger wantrouwt de Europese bestuurders, en op dat sentiment kun je als ambitieuze europarlementariër een mooie verkiezingscampagne bouwen. Complimentjes voor Commissievoorzitter José Manuel Barroso en zijn commissarissen passen daar niet bij.

Dat is bijzonder vervelend voor Barroso, want de Portugees voert in de schaduw van de Europese verkiezingen strijd voor zijn eigen herverkiezing. In oktober loopt zijn vijfjarige voorzitterschap af en hij hoopt nog deze zomer op een nieuw mandaat van de Europese regeringsleiders. Vandaar het rapport met al het moois dat zijn Commissie ons de afgelopen jaren bracht.

Natuurlijk stond Barroso voor ‘grote uitdagingen’, zoals de uitbreiding naar 27 lidstaten, het afwijzen van de Europese grondwet, de kredietcrisis en de recessie. Maar, zo stelt de voorzitter trots: ‘De resultaten van deze Commissie getuigen ervan dat wij hebben vastgehouden aan de kernwaarden en -doelstellingen die de Unie zo succesvol maken.’ Barroso is vooral ‘bijzonder tevreden met onze respons op de economische en financiële crisis’. Zijn Commissie heeft ‘doortastend gereageerd’.

Je moet maar durven. Doortastend was Barroso de afgelopen maanden allerminst. Zijn schuchtere optreden heeft ervoor gezorgd dat Brussel tijdens de crisis tweede viool speelt. Het zijn de nationale overheden die – zonder veel overleg of samenwerking – de crisisbestrijding op zich hebben genomen. Juist toen hij nodig was om de aanpak van de crisis met harde hand te coördineren en opportunisme van nationale regeringen de kop in te drukken, gaf Barroso niet thuis.

Lees hier verder

Geen opmerkingen:

Een reactie posten