maandag 11 mei 2009

Op de pof

De kredietcrisis is ellendig voor bijna iedereen. Maar niet voor economen. Voor hen (of misschien moet ik schrijven: ons) is de wereld veranderd in een fantastisch laboratorium, waar alle nijpende onderzoeksvragen beantwoord en oude hypotheses getoetst kunnen worden.Hoe efficiƫnt werken financiƫle markten? Wat is de rol van geld, krediet en banken in de moderne economie? Moeten we kapitaalstromen aan banden leggen? Werkt keynesiaans bestedingsbeleid? Wat helpt beter: lagere belasting of meer overheidsuitgaven? Is deflatie erger dan inflatie? Moet je banken redden of kapot laten gaan? Vragen genoeg.
De Grote Depressie van de jaren dertig was goed voor driekwart eeuw aan academische discussie en onderzoek. De huidige crisis zal de komende generaties economen aan het werk houden. Want eigenlijk begrijpen we nog maar weinig van deze crisis. Natuurlijk, we weten dat het begon in de Verenigde Staten, waar consumenten en overheid al jaren boven hun stand leefden en zelfs werkloze wanbetalers een tophypotheek konden krijgen. We weten dat de slechte Amerikaanse hypotheken werden doorverkocht aan banken in onder meer Europa. En dat de bankbalansen daardoor werden ondermijnd, zodat overheden miljarden moesten uittrekken voor het overeind houden van die banken. Verder is duidelijk dat de ellende bij de banken is overgeslagen op de rest van de economie, dat bedrijven die geen enkele schuld dragen nu failliet dreigen te gaan en dat de werkloosheid in Nederland daardoor kan oplopen tot achthonderdduizend eind 2010.
Maar ondertussen is er op de meest simpele vragen geen antwoord. Bijvoorbeeld die over de onderliggende oorzaak van de kredietcrisis: waarom leefden Amerikanen op de pof? Waarom was geld lenen de norm? Kwestie van levensstijl, zult u zeggen. Amerikaanse consumenten willen altijd meer en wel nu meteen. In de consumptiemaatschappij gaat uitgeven boven sparen. Maar dat is te makkelijk, want tien jaar geleden waren de VS ook een consumptiemaatschappij. Toch spaarden Amerikaanse huishoudens midden jaren negentig gemiddeld per saldo ruim vijf procent van het jaarinkomen. Tien jaar later waren de besparingen negatief. In 2005 werd tegenover iedere door Amerikanen verdiende dollar 1,04 dollar uitgegeven.

Lees hier verder...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten